Bericht
Jonge naasten van mensen met verslaving vaak vergeten
Jongeren die opgroeien met een ouder, broer, zus of partner met een verslaving worden nog te vaak over het hoofd gezien. Ze hebben meer risico op psychische klachten, middelengebruik, trauma en studie-uitval, maar blijven regelmatig buiten beeld van professionals. Dat blijkt uit het promotieonderzoek Please, see me van Dorine van Namen van Hogeschool Rotterdam.
Van Namen analyseerde de gegevens van meer dan 5.600 studenten van Hogeschool Rotterdam en volgde drie jaar lang dertig jongvolwassen met familieleden met verslaving. Veel van hen maakten als kind of jongere heftige dingen mee: huiselijk geweld, psychische of seksuele mishandeling, verwaarlozing. Hoewel dit bij veel jongeren leidde tot angst, depressie, slapeloosheid of middelengebruik, zochten de meesten pas laat of helemaal geen hulp. Slechts zes van de dertig deelnemers had contact met de verslavingszorg, en hun ervaringen waren overwegend negatief.
Het is dan ook hoog tijd dat de zorg zich niet alleen richt op degene met de verslaving, maar óók op de mensen daaromheen, vindt Van Namen. "Zij zijn net zo goed beschadigd als de mensen die zelf worstelen met een verslaving. En toch is er weinig ondersteuning voor deze groep."
In haar proefschrift doet Van Namen aanbevelingen om jongvolwassenen die opgroeien met een naaste met verslaving beter te ondersteunen. Denk aan het ontwikkelen en aanbieden van trainingen om het gesprek aan te kunnen gaan met jongvolwassenen en het verbreden van het ondersteuningsaanbod met activiteiten op het gebied van sport en kunst. Daarnaast roept ze op tot maatschappelijke bewustwording. "Publiekscampagnes dragen bij aan het normaliseren van het praten over deze ervaringen, die maar al te vaak in de taboesfeer liggen," aldus van Namen. "Als praten erover normaler wordt, vergemakkelijkt dat het zoeken en aanvaarden van hulp."
Bron: GGZ Nieuws

Geen reacties gevonden..